zaterdag 5 november 2011

Meer breisters in beeld

Volledig dier
"Sorry als ik naar vis ruik", excuseerd Christine Koersen zich terwijl ze het atelier binnenstapt, "ik heb net de zeehonden gevoerd". Christine is dierenverzorgster en educatief medewerkster bij Ecomare.

Christine met  te breien wol voor het ' Oude land'
Voordat ze zeven jaar geleden op Texel neerstreek, werkte Christine op een melkschapen bedrijf in Exel. Daar heeft ze de waarde van wol leren kennen. Ze vindt het een fantastisch product, omdat je heel veel mee kan doen: spinnen, vilten, breien, knopen, haken, zonder dat je het dier ervoor hoeft te doden. En het is warm, zacht, isolerend, natuurlijk. Heel anders dan kunstoffen.


Eigenlijk heeft ze meer met landbouwdieren dan met 'wilde' dieren.
Ze heeft iets met schapen, ze vindt ze geweldig. Een schaap noemt ze een ' volledig dier': het geeft melk, wol, vlees en vachten. Ze maakt een vergelijking met de Kaart, wat ze een ' volledig project' noemt: materiaal, mensen die eraan werken, allemaal van het eiland, en het product wordt het eiland...(wat een mooi compliment).

"Een ander heeft YouTube nodig om dingen uit te vinden, ik heb mijn moeder, die kan me alles over handwerken uitleggen".
Ze breit graag en vindt de Kaart een prachtig doel om voor te breien. Het is niet alleen het eindproduct wat haar aan het breien houdt. Na een dag hard werken vindt ze het heerlijk om te kunnen breien, het ontspant haar, het geeft haar weer energie.


Maggi
"Ik hou niet van sokken breien", zegt Nel Boersen, "want als je er eentje klaar hebt moet je er nog een precies hetzelfde breien".
Nel Boersen
Nel houdt niet van dingen na maken. Een voor-geprint borduurpatroon laat ze links liggen, maar een telpatroon pakt ze wel op: "want dan zie je het werk groeien" zegt ze, en dat boeit haar.
"Je zult het werk nu wel zien groeien", zegt ze dan ook enthousiast als we het over de Kaart hebben. En dat klopt, de Kaart 'groeit', volgende week komt ze het bekijken.


Negenentwintig jaar geleden begon Nel als vrijwilligster bij het Rode Kruis. Ze is zelfs een tijdje afdelingsvoorzitster Sociale Contacten geweest. 
Als vrijwilligster bezoek je mensen, en biedt ze de mogelijkheid handwerkproducten te maken voor het Rode Kruis. Het Rode Kruis zorgt voor de materialen en hiervan worden dan schortjes, kleden en sokken gemaakt, die verkocht worden op markten en op de folklore.


Van die materialen blijven vaak wat resten over. Nel zoekt uit deze 'ressies' wat mooie combinaties bij elkaar en haakt daar weer pannenlappen van. Het patroon is helemaal eigen ontwerp.
Van de babysokjes die ze op de pennen heeft staan heeft ze een basispatroon. De variaties hierop bedenkt ze zelf. Het levert een bijzonder gevarieerde hoeveelheid sokjes op, waarvan geen paar hetzelfde is.
"Een beetje van Maggi en een beetje van mijzelf", zegt Nel zelf over haar werkwijze.


Verassinkjes
"Sokken breien zit in mijn familie", zegt Riet Broersma.


Riet Broersma
Voor haar moeder was het zelfs een teken van leven. "Ik denk dat ik dood ga, want ik kan niet meer breien", zei ze op een dag tegen Riet. "Zou jij de sokken die ik op de pennen heb af willen maken?" Dat heeft Riet gedaan. Haar moeder ging toen echter niet dood, ze is naar een verzorgingshuis verhuisd en heeft daar nog zeker 30 paar sokken gebreid.


Als kind moest Riet iedere dag na school10 toeren sokken breien. En op zaterdag 20 toeren, 'want dan had je toch vrij'. Zwarte sokken werden er gebreid, voor haar vader.
Om het breien te stimuleren had haar moeder diep in iedere bol, aan het begindraadje, een klein verrassinkje geknoopt in de vorm van een armbandje, bedeltje of iets van die aard. Nieuwsgierig als ze was plukte ze altijd nog ver voor het eind in zicht was door de bol heen om te kijken wat deze keer de verassing zou zijn.


Niet alleen handwerken, maar ook met haar handen werken is Riet niet vreemd.
Als meisje van 14 jaar ging ze op de fiets van 't Horntje naar Den Burg om daar huishoudelijk werk te doen in een gezin. Eerst de witte was op de hand wassen en daarna de bonte was, ook op de hand. "Je wist toen niet beter", zegt Riet er nu over.


Riet heeft  sokken op de pennen staan, babysokjes. "Ach, dat is niks", zegt ze erover, "in een klein uurtje heb ik er eentje klaar".