vrijdag 11 november 2011

Feessie

Tijd voor een terugblik, en vieren van wat er allemaal al 'geklaard' is.
Tijd voor een klein feessie, in Dennenoord, waar het warm en knus was op deze koude november-namiddag.

In Dennenoord, vlnr: Riek, Nel, Wil en Corrie
Een terugblik naar het uitzoeken van de vachten die gesponnen moesten worden. En daarna het spinnen zelf: een enorme klus waarvan Lies, Grietje, Tiny en Ineke het leeuwendeel voor hun rekening hebben genomen. Ze hebben zich rot gesponnen.


Het verven van de wol. Tineke die hierover kon vertellen toen ze door een man bij Tienhoven werd aangesproken voor het kaalplukken van een grote boerenwormkruid-plant. Waarop de man verzuchtte: "ik hoop niet dat je elk jaar een kaart van Texel gaat verven". Hij genoot ieder jaar weer van de gele kleurenpracht.
En Nieteke die de kleur van de poldertjes rond De Koog maar niet goed kon krijgen. De 'niet goed kleuren' bleken 'wel goed kleuren'; ik heb ze allemaal in de Kaart kunnen gebruiken.


Het maken van het frame, wat ook een hele klus bleek te zijn. Samen met eerst Jan, en later Wim en Biem is het prettig gegaan en prachtig geworden. Het frame op zich is eigenlijk al een 'museum piece' en had zo in het museum kunnen hangen: ' IJzeren Kaart van Texel'.


Rebecca en Tineke
Mijn paniek toen de eerste breisels op pennen nummer 8 binnenkwamen. Als we zo door zouden gaan, zou ik zeker de helft gesponnen wol te kort komen!
Grotere pennen bleek de oplossing, de wol breit dan verder uit en de mogelijkheid bestaat om het meer op te rekken.
Er bleken meer voordelen aan te zitten: er was genoeg wol, het zag er veel beter uit, en het breidde veel sneller.
Voor veel breisters was het wel even wennen om met pennen nummer 15 te breien, toch een soort van kleine boomstammetjes zijn dat.


En nu het opnaaien van de breisels op het stramien. Weer een enorme klus.
Ik moet inmiddels erkennen dat ik de neiging heb de meeste klussen te onderschatten. Riet zei het laatst al tegen me: "Jij denkt dat alles zo gebeurt is'. Dat klopt, dat denk ik vaak. Alleen is het niet zo. Toen ik het er met Riek over had vertelde ze me dat haar moeder vaak zei: " Der benne viel werkies zonder naam." Ja, dat herken ik wel, er valt hier nog wel wat te leren voor me...


Naaiwerk bekijken, met op de voorgrond het ' Ouwe land'.  
De meeste spinsters, verfsters en breisters gaan gewoon door. Met naaien nu, de meesten liefst thuis. Grote rollen stramien met breisels erop gespeld nemen ze onder hun arm mee het atelier uit. En genaaid het atelier weer in.
Ook deze klus staat al weer behoorlijk op de rails dankzij de inzet van deze geweldige vrouwen.